Column Patrick van Bork: Arbitrage beoordelen

beoordelen

Elke maand verschijnt er op de website van de SAO Apeldoorn een informatieve column. De column van de maand juni is geschreven door Patrick van Bork. Patrick is waarnemer (rapporteur) van scheidsrechters in het Talententraject Betaald Voetbal. Het onderwerp van deze column is het ‘Beoordelen van scheidsrechters’.

“Gerekend vanaf de Eredivisie kent het seniorenvoetbal in Nederland negen niveaus. Ook het jeugdvoetbal kent vrijwel hetzelfde aantal klassen. Al deze wedstrijden moeten worden geleid door scheidsrechters. Het zal duidelijk zijn een beginnend scheidsrechter niet direct in staat is wedstrijden in een hogere klasse te leiden. Om hogerop te komen zal hij stadia moeten doorlopen. Welke dat zijn is in een vorige SAO-column duidelijk door Rutger Bekebrede beschreven.

Een scheidsrechter die zijn hobby serieus neemt, zal bereid zijn zich te ontwikkelen tot het voor hem maximaal haalbare niveau. Daar gearriveerd zal hij er ook alles aan doen zich op dat niveau te handhaven. Om die ontwikkeling te kunnen meten, wordt het functioneren van een scheidsrechter met enige regelmaat getoetst door daartoe opgeleide rapporteurs. Dat rapporteren gebeurt op drie verschillende manieren, maar wel volgens vooraf vastgestelde normen.

Begeleidingsformulier
Voor de beginnende scheidsrechter is er het Begeleidingsformulier. Deze vorm van rapporteren heeft vooral tot doel de bij elke startende scheidsrechter aanwezige beginnersfouten uit zijn functioneren te halen. Via de methode van pluspunten en kluspunten wordt aangegeven welke onderdelen goed gaan en aan welke aspecten gewerkt moet worden om deze te verbeteren.

Nadat van drie à vier wedstrijden een begeleidingsformulier is opgemaakt, adviseert de begeleider/rapporteur op welk niveau een scheidsrechter kan instromen. Dit betekent dat bij gebleken uitzonderlijk talent een arbiter al een groep kan overslaan.

“Nadat van drie à vier wedstrijden een begeleidingsformulier is opgemaakt, adviseert de begeleider/rapporteur op welk niveau een scheidsrechter kan instromen.”

Rapport Wedstrijdbeoordeling Scheidsrechters
Dit formulier wordt op alle niveaus van het amateurvoetbal gehanteerd om het functioneren van een scheidsrechter te beoordelen. Ook dit gebeurt door daartoe opgeleide rapporteurs. De beoordeling wordt gebaseerd op 4 zogenaamde competenties. Met het begrip competentie wordt in dit verband bedoeld in hoeverre een scheidsrechter beschikt over vaardigheden en kennis om zijn taak goed te kunnen uitvoeren. De volgende competenties worden beoordeeld:

Positie in het veld
Kiest de scheidsrechter tijdens het spel en bij hervattingen zodanig positie dat hij in staat is goed te kunnen waarnemen, de spelregels toe te passen en te beslissen?

Toepassing spelregels/flexibiliteit
Worden de juiste beslissingen genomen? Wordt de arbitrage aangepast als de wedstrijd daarom vraagt? Houdt de scheidsrechter dynamiek in het spel?

Duidelijkheid
Treedt de scheidsrechter bij beslismomenten op de juiste manier op de voorgrond? Ondersteunt hij zijn beslissingen met rustige, herkenbare gebaren?

Contactvaardigheid en omgang met weerstand
Maakt de scheidsrechter via (non) verbale communicatie contact met spelers en andere direct betrokkenen als de situatie daarom vraagt? Zorgt hij er met zijn communicatie voor dat de spanning niet teveel oploopt?

“De rapporteur beoordeelt de verschillende competenties van de scheidsrechter vanuit een vijfpuntsschaal met de scores a (hoog) t/m e (laag).”

Scores
Elk van de vier competenties kent een aantal onderdelen met opgeteld een totaal van 24. De rapporteur beoordeelt elk van deze onderdelen vanuit een vijfpuntsschaal met de scores a (hoog) t/m e (laag). De respectievelijke scores houden het volgende in:

  1. =Steeds,
  2. = Meestal,
  3. = Soms wel, soms niet,
  4. = Onvoldoende,
  5. = Niet of nauwelijks.

Essentieel in deze vorm van rapporteren is dat de score wordt gebaseerd op concreet waargenomen gedrag. Ofwel, wat heeft de rapporteur de scheidsrechter daadwerkelijk zien doen of zien nalaten. Alleen dan kan er sprake zijn van een zo objectief mogelijke beoordeling.

Als een rapporteur ziet dat een scheidsrechter in elke situatie het voor de betreffende competentie gewenste gedrag vertoont dan zal hij dit waarderen met een a-score. Wordt waargenomen dat het gewenste gedrag een enkele keer niet wordt vertoont, dan resulteert dat in een b-score. Voor een c-score geldt dat wisselend wél of niet een goede invulling aan een competentie is gegeven. Etc., etc..

Niet onbelangrijk om te vermelden is dat sinds het seizoen 2014-2015 bij enkele competenties de belangrijke verwijtbare fout van toepassing kan zijn die direct een c-score tot gevolg heeft. Daarbij moet worden gedacht aan b.v. het onjuist toepassen van de buitenspelregel met een ten onrechte toegekende goal tot gevolg. Ook het verzuimen een speler weg te sturen (rode kaart) leidt direct tot een c-score.

Naast het toekennen van scores wordt van een rapporteur verwacht dat hij elk oordeel lager dan een a zo duidelijk mogelijk toelicht door vermelding van wat, wie, waar en wanneer. Op dezelfde manier moet ook per competentie tenminste de helft van de a-scores worden toegelicht. Die toelichtingen hebben tot doel de scheidsrechter te complimenteren voor wat hij goed heeft gedaan en daarnaast gereedschappen aan te dragen waarmee hij zijn arbitrage kan verbeteren.

Herberekening
Dit systeem van rapportage is zo samengesteld dat aan elk van de 24 competenties een bepaalde waarde is toegekend. Deze waarde verschilt per onderdeel. Het eindcijfer van een rapport wordt door het systeem berekend. Op het rapport dat een scheidsrechter ontvangt ontbreekt dat eindcijfer.

“Hoewel dat eigenlijk niet zou mogen, blijkt de ene rapporteur milder te zijn  in zijn oordeel dan de ander.”

De gekozen rapportagevorm had van oorsprong tot doel tot een zo objectief mogelijke beoordeling te komen. Desondanks zijn er grote verschillen tussen de beoordelingen van rapporteurs. Hoewel dat eigenlijk niet zou mogen, blijkt de ene rapporteur milder in zijn oordeel dan de ander. Om dat enigszins glad te trekken wordt aan het eind van een seizoen nogmaals een ingewikkelde berekening op een rapport losgelaten. Die herberekening wordt bepaald door de reeks rapporten die een rapporteur in een seizoen heeft gemaakt. Het hoogste rapport in die reeks levert de betreffende scheidsrechter 100 punten op. Heeft een scheidsrechter van een rapporteur de laagste score in de reeks dan resulteert dat in een score van 0 punten. Alles daar tussen geeft een cijfer tussen 100 en 0.

De op deze manier berekende eindcijfers worden aan het einde van het seizoen gemiddeld en opgeteld bij de score die is behaald bij de themabijeenkomsten. Dit samengestelde eindcijfer bepaalt voor een scheidsrechter zijn plek op de ranglijst, resulterend in handhaving, promotie of degradatie.

Beoordelingsrapport Arbitrage Betaald Voetbal
Waarnemen (rapporteren) in het betaald voetbal geschiedt volgens wat ook wel het UEFA-rapport wordt genoemd. Dit onderscheidt zich op essentiële punten van het hierboven beschreven rapportformulier. Zo geeft de waarnemer hier uiteindelijk wél een cijfer voor het functioneren van de scheidsrechter. Verder is het veel meer beschrijvend met als doel coaches van informatie te voorzien waarmee de arbitrage verbeterd kan worden.

Maar er is ook een belangrijke overeenkomst. Zo geldt ook hier dat de bevindingen van de waarnemer gebaseerd moeten zijn op concreet waargenomen gedrag en nooit op aannames of vermoedens.

Het ziet ernaar uit dat het UEFA-formulier binnenkort ook in de hogere niveaus van het amateurvoetbal gehanteerd gaat worden. Zodra daarover zekerheid bestaat, zal in een volgende column meer gedetailleerd op deze rapportvorm worden ingegaan.

“Net als voor scheidsrechters is er voor rapporteurs de mogelijkheid binnen de SAO om ondersteuning te vragen bij het uitoefenen van hun functie.”

Afname rapporteurs
Tenslotte constateer ik een zorgwekkende ontwikkeling. In het afgelopen seizoen is een fors aantal rapporteurs afgehaakt. De voornaamste reden daarvoor blijkt te zijn dat hogere eisen zijn gesteld aan de tekstmatige toelichtingen in een rapport. Veel rapporteurs blijken dat dusdanig moeilijk te vinden dat zij gestopt zijn met het rapporteren. Dat is geen goede ontwikkeling omdat daarmee veel kennis verloren gaat.

Daarom doe ik bij deze een oproep aan hen die zijn gestopt om hun beslissing nog eens te heroverwegen. Net als voor scheidsrechters is er voor rapporteurs de mogelijkheid binnen de SAO om ondersteuning te vragen bij het uitoefenen van hun functie. Maak daar gebruik van!”

Patrick van Bork

 

De volgende column verschijnt in juli en wordt geschreven door Jelle Besselsen.