Spelregelvragen SAO Apeldoorn ronde 20

Spelregels SAO

Donderdag 12 maart stond de twintigste ronde van de interne spelregelcompetitie op het programma. Bekijk hier de vijf spelregelvragen en de antwoorden.

Vraag 1: 
Hoe moet het spel worden hervat als de doelverdediger de bal rechtstreeks in het doel van de tegenstander werpt vanuit zijn eigen strafschopgebied?
A. Aftrap na geldig doelpunt
B. Doelschop
C. Indirecte vrije schop vanaf een willekeurige plek in het doelgebied
D. Directe vrije schop vanaf een willekeurige plek in het doelgebied

Vraag 2: 
Een verdediger slaat een aanvaller in het strafschopgebied. Dit ontgaat de scheidsrechter. Even later wordt er hands gemaakt in de middencirkel. Voordat de vrije schop daarvoor wordt genomen ziet de scheidsrechter de neutrale assistent met de vlag in de lucht staan. Hij houdt het spel stil en informeert nu bij deze assistent, die hem vertelt over het slaan. Wat is nu de beslissing van de scheidsrechter?
A. Rode kaart voor de verdediger en een directe vrije schop in de middencirkel wegens hands.
B. Rode kaart voor de verdediger en een scheidsrechtersbal in de middencirkel.
C. Rode kaart voor de verdediger en een strafschop.
D. Gele kaart voor de verdediger en een strafschop.

Vraag 3: 
Op de doellijn dient een streepje te staan om te helpen bij het op afstand houden van tegenstanders tijdens het nemen van een hoekschop. Wat is de afstand van dat streepje tot de hoekvlag?
A. 5,5 meter
B. 7,32 meter
C. 9,15 meter
D. 10,15 meter

Vraag 4: 
Op het moment dat een middenvelder de bal door het midden naar voren speelt, staat een aanvaller aan de zijkant van het strafschopgebied duidelijk buitenspel. Deze aanvaller sprint nu achter de verdedigers langs, neemt de bal aan en schiet op doel. Op welk moment werd de buitenspelpositie van deze aanvaller nu strafbaar?
A. Toen de medespeler de bal naar voren speelde.
B. Toen de aanvaller zich duidelijk naar de bal bewoog.
C. Toen de aanvaller de bal aannam.
D. Toen de aanvaller op doel schoot.

Vraag 5: 
Als bij een doelschop de bal nog niet buiten het strafschopgebied is, loopt een aanvaller dit gebied in naar de bal. Een verdediger loopt met hem mee en geeft hem een schouderduw, terwijl de bal nog niet binnen speelbereik is. De scheidsrechter fluit af. Hoe hervat hij het spel?
A. Hij laat de doelschop overnemen.
B. Hij geeft een indirecte vrije schop tegen de aanvaller, omdat hij te vroeg het strafschopgebied betrad.
C. Hij geeft een strafschop tegen de verdediger, omdat hij een tegenstander een schouderduw gaf zonder dat de bal binnen speelbereik was.
D. Hij geeft een scheidsrechtersbal, omdat beide overtredingen even zwaar zijn.

 

 

 

 

Antwoorden:

1

2

3

4

5

B

C

D

C

C