Spelregelvragen SAO Apeldoorn ronde 22

Spelregels SAO

Vanwege de situatie rondom het coronavirus gaan de clubavonden niet door. Toch kunnen de spelregelvragen gemaakt worden. Onderstaand vinden jullie de spelregelvragen van ronde 22.

Wil je meedoen? De antwoorden kan je tot en met zondag 29 maart mailen naar secretaris@sao-apeldoorn.nl. Op dinsdag 31 maart volgen dan de antwoorden en een bespreking van de vraag met de meeste fouten. Veel succes!

Vraag 1: 
Terwijl de bal de zijlijn heeft gepasseerd wil het team dat de inworp mag nemen een wisselspeler inbrengen. De gewisselde speler verlaat het speelveld en de wisselspeler loopt direct naar de plaats van de inworp, pakt de bal op die tegen de boarding ligt en gooit de bal vervolgens in. Is dit volgens de regels correct?
A. Ja, want een wisselspeler is definitief speler wanneer de uitgewisselde speler het speelveld heeft verlaten.
B. Ja, want de wisselspeler betrad het speelveld met toestemming van de scheidsrechter.
C. Nee, want de bal moet eerst door een medespeler gespeeld zijn.
D. Nee, want de wisselspeler heeft het speelveld nog niet betreden.

Vraag 2: 
Een aanvaller is bij de aanval van zijn team in de doelnetruimte terecht gekomen. Als hij ziet dat een medespeler de bal op het doel gaat schieten, roept hij luid naar een tegenstander: ”Laat gaan die bal. Is voor mij” De bal gaat in het doel. Wat zal de scheidsrechter beslissen?
A. Hij kent het doelpunt niet toe, want de aanvaller die in de netruimte staat, misleidt zijn tegenstander verbaal gedurende het spel. Hij toont hem de gele kaart voor onsportief gedrag en hervat het spel met een indirecte vrije schop.
B. Hij kent het doelpunt toe, want de aanvaller staat niet in het speelveld en mag stil staan in de netruimte.
C. Hij kent het doelpunt toe, want het roepen wordt niet beschouwd als ingrijpen in het spel.
D. Hij kent het doelpunt niet toe, want de aanvaller die in de netruimte staat, misleidt zijn tegenstander verbaal gedurende het spel en hervat het spel met een scheidsrechtersbal.

Vraag 3: 
Welke van de onderstaande overtredingen moet bestraft worden met een indirecte vrije schop?
A. Een toeschouwer betreedt het speelveld en grijpt in in het spel.
B. Een speler valt een tegenstander aan met een gestrekt been vooruit.
C. Een speler duwt een tegenstander omver.
D. Een speler speelt met een hoog been en raakt daarbij de tegenstander niet.

Vraag 4: 
Bij welke van de onderstaande overtredingen moet het spel hervat worden met een directe vrije schop of strafschop?
A. Een speler steekt een middelvinger op richting assistent-scheidsrechter.
B. Een speler speelt op gevaarlijke wijze.
C. Een speler hindert een tegenstander in diens loop.
D. Een speler trapt naar een tegenstander maar raakt hem niet.

Vraag 5: 
Welke drie antwoorden zijn juist? 
Als een opgegeven wisselspeler begint aan de wedstrijd in plaats van een opgegeven speler zonder dat de scheidsrechter hiervan op de hoogte is gebracht, dan:
A. Zal de scheidsrechter de betrokken wisselspeler laten meespelen.
B. Ontvangen de betrokken spelers een waarschuwing bij de eerstvolgende onderbreking.
C. Wordt het aantal wisselspelers niet verminderd.
D. Mag de opgegeven speler geen wisselspeler worden.
E. Rapporteert de scheidsrechter het voorval aan de bond.
F. Zal de scheidsrechter het spel direct onderbreken om disciplinaire maatregelen te nemen.

De antwoorden kan je tot en met zondag 29 maart mailen naar secretaris@sao-apeldoorn.nl.