Antwoorden ronde 24

De spelregelvragen van ronde 24 konden van afstand gemaakt en ingestuurd worden. Hier vinden jullie de antwoorden en een toelichting.

Er deden deze ronde 12 deelnemers mee. Leuk dat jullie allemaal weer meededen! Zij haalden een gemiddelde score van 22,08 van de 30 te behalen punten. Daarmee was dit de lastigste digitale ronde tot nu toe. Met name vraag 1 en 3 bleken voor hoofdbrekers te zorgen met een score van respectievelijk 42% en 50%. Op deze vragen volgt daarom nog een extra toelichting.

Vraag 1: 
Een doelverdediger heeft de bal in bezit en wil deze naar een medespeler gooien. Echter, in plaats van die medespeler te bereiken gooit hij de bal tegen de scheidsrechter aan. Nog net voordat een tegenstander bij de bal kan komen, raapt de doelverdediger de bal weer binnen zijn strafschopgebied op. Wat moet de scheidsrechter beslissen?

A. Affluiten en het spel laten hervatten met een indirecte vrije schop voor de tegenpartij, op de plaats waar de doelverdediger de bal opraapte.

Op deze vraag gaven veel deelnemers antwoord C, affluiten en hervatten met een scheidsrechtersbal. In de spelregels staat echter in regel 9 (De bal in en uit het spel) het volgende omschreven met betrekking tot deze situatie:

 ‘De bal is uit het spel wanneer:

  • […];
  • deze een wedstrijdofficial raakt en op het speelveld blijft en:
    • een team een veelbelovende aanval kan starten, of
    • de bal direct in het doel gaat, of
    • het andere team in balbezit komt.

In al deze gevallen wordt het spel hervat met een scheidsrechtersbal.

In deze vraag wordt aan geen van deze voorwaarden voldaan. De aanvaller is namelijk niet in balbezit en kan dus ook geen veelbelovende aanval starten. Tevens gaat de bal niet direct in het doel. 

Nu er geen aanleiding is om een scheidsrechtersbal toe te kennen is er sprake van het twee keer spelen van de bal met de hand door de doelverdediger (binnen het strafschopgebied). Hiervoor moet een indirecte vrije schop worden toegekend op de plaats waar de doelverdediger de bal voor de tweede keer met de hand speelde. Dit is waar hij hem opraapte. Deze vraag bleek voor velen een echte instinker!

Vraag 2: 
Een speler die van het speelveld is gezonden om zich voor een verwonding te laten behandelen, komt zonder toestemming van de scheidsrechter weer in het speelveld en ontneemt een aanvaller een duidelijke scoringskans door met een correcte sliding de bal voor diens voeten ter hoogte van de strafschopstip naast zijn eigen doel te werken. De scheidsrechter fluit. Wat zal de scheidsrechter hier beslissen?

A. Strafschop + wegzenden

Vraag 3: 
Een aanvaller van partij A wil snel een vrije schop nemen. Een verdediger van partij B gaat nu expres vlak voor de bal staan. De aanvaller schiet vervolgens de bal heel hard tegen deze verdediger. Wat moet de scheidsrechter beslissen?

A. Speler van partij A wordt rode kaart getoond, de verdediger een gele kaart. Er wordt hervat met de oorspronkelijke vrije schop, dus voor partij A.

Hier is sprake van twee overtredingen. De eerste is het vertragen van een spelhervatting door expres vlak voor de bal te gaan staan. Deze overtreding door de verdediger leidt tot het tonen van een gele kaart en het opnieuw nemen van de oorspronkelijke vrije schop voor partij A.

De tweede overtreding is een gewelddadige handeling door de aanvaller van partij B, namelijk het opzettelijk de bal ‘heel hard’ tegen de verdediger aanschieten. Dit moet worden bestraft met een veldverwijdering door middel van het tonen van de rode kaart.

Vraag 4: 
Op het middenveld komt een speler met buitensporige inzet en gestrekt been inglijden. In deze actie mist hij met het gestrekte been de tegenstander maar raakt deze wel licht met zijn andere been. Wat moet de scheidsrechter nu beslissen?

D. Rode kaart + directe vrije schop

Vraag 5: 
Een verdediger, staande binnen zijn eigen strafschopgebied, gooit zijn scheenbeschermer naar een buiten dit gebied maar binnen het speelveld staande tegenstander. Wat zal de spelhervatting zijn?

A. Directe vrije schop.