Spelregelvragen interne spelregelfinale SAO

Spelregels SAO

Op donderdag 8 juni werd de interne spelregelfinale van de SAO Apeldoorn gehouden. Hier vindt u de schriftelijke vragen. Onderaan kunt u uw antwoorden nakijken.

Vraag 1
Bij een 0-0 stand brengt de thuisclub 20 minuten voor tijd een wisselspeler in die bekend staat als een “vrijetrappen-specialist”. Tijdens de wissel zegt de aanvoerder tegen de scheidsrechter dat zij vanaf nu graag bij elke overtreding een vrije schop willen hebben en dat er dus voor zijn team geen voordeel meer toegepast hoeft te worden. Wat beslist de scheidsrechter?
A. Hij keurt dit verzoek goed.
B. Hij keurt dit verzoek goed, maar alleen bij vrije schoppen in de buurt van het strafschopgebied.
C. Hij keurt dit verzoek af, tenzij de aanvoerder van de tegenpartij hiermee akkoord gaat.
D. Hij keurt dit verzoek af omdat alleen de scheidsrechter bepaalt hoe de spelregels worden toegepast. 

Vraag 2
Als de aftrap van de tweede speelhelft is genomen, blijkt dat team A met tien spelers is begonnen omdat de elfde speler te laat uit de kleedkamer is gekomen. Waar en wanneer mag hij het speelveld in?
A. Bij de middenlijn op een teken van de scheidsrechter.
B. Bij de middenlijn als het spel is onderbroken en op teken van de scheidsrechter.
C. Op een willekeurige plaats aan de zijlijn op een teken van de scheidsrechter.
D. Op een willekeurige plaats aan de zijlijn als het spel is onderbroken en op teken van de scheidsrechter. 

Vraag 3
Bij een duel in het strafschopgebied verliest een aanvaller een schoen, maar hij ziet kans om met die voet toch nog de bal in het doel te trappen. Wat moet de scheidsrechter beslissen?
A. Doelschop.
B. Scheidsrechtersbal.
C. Indirecte vrije schop.
D. Doelpunt.

Vraag 4
Terwijl de bal in het spel is, begaan twee spelers van verschillende teams tegelijkertijd een overtreding in de middencirkel. Eén speler duwt en de ander trapt te hoog. Wat moet de scheidsrechter beslissen als hij van mening is dat er geen disciplinaire straf hoeft te worden toegepast?
A. Hij laat doorspelen.
B. Hij fluit af en hervat met een indirecte vrije schop.
C. Hij fluit af en hervat met een directe vrije schop.
D. Hij fluit af en hervat het spel met een scheidsrechtersbal.

Vraag 5
Als een speler gewisseld wordt, waar moeten de speler die vervangen wordt en de wisselspeler dan in en uit het speelveld?
A. De speler die vervangen wordt moet het speelveld verlaten bij de middenlijn en de wisselspeler moet het speelveld betreden bij de dug-out.
B. De speler die vervangen wordt moet het speelveld verlaten bij de dichtstbijzijnde zijlijn of bij de middenlijn en de wisselspeler moet het speelveld betreden bij de middenlijn.
C. De speler die vervangen wordt moet het speelveld verlaten bij de middenlijn en de wisselspeler moet het speelveld betreden bij de middenlijn.
D. De speler die vervangen wordt hoeft het speelveld niet te verlaten bij de middenlijn en de wisselspeler moet het speelveld betreden bij de middenlijn.

Vraag 6
De doelverdediger gooit met buitensporige inzet en staande in zijn doelgebied, de bal in het gezicht van een vervelende toeschouwer, die zich binnen de afrastering naast het doel bevindt. De bal gaat helemaal over de doellijn. Hoe moet de scheidsrechter hier handelen?

disciplinaire straf
a. geen kaart
b. gele kaart
c. rode kaart

spelhervatting
a. geen vrije schop
b. indirecte vrije schop
c. directe vrije schop
d. strafschop
e. scheidsrechtersbal

plaats van hervatting
a. elke plaats in het doelgebied
b. op de doellijn, het dichtst bij de plaats waar de toeschouwer stond
c. vanaf de lange lijn van het doelgebied, zo dicht mogelijk bij de plaats van de overtreding
d. strafschopstip

Vraag 7
Een niet strafbaar buitenspel staande aanvaller wordt in het strafschopgebied op onbesuisde wijze weggeduwd door een verdediger. De bal is op dat moment buiten het strafschopgebied in het spel. Wat zal de scheidsrechter beslissen?

disciplinaire straf
a. geen kaart
b. gele kaart
c. rode kaart

spelhervatting
a. geen vrije schop
b. indirecte vrije schop
c. directe vrije schop
d. strafschop
e. scheidsrechtersbal

plaats van hervatting
a. op de plaats van de overtreding
b. op de plaats waar de bal was op het moment dat…
c. de strafschopstip
d. op de plaats waar de buitenspel staande speler stond

Vraag 8
Een speler die behandeld is aan een blessure wacht aan de zijlijn op toestemming om het speelveld te betreden. Vanaf deze plek achter de zijlijn spuwt hij naar een tegenstander die binnen het speelveld loopt. Wat beslist de scheidsrechter als hij hiervoor het spel heeft onderbroken?

disciplinaire straf
a. geen kaart
b. gele kaart
c. rode kaart

spelhervatting
a. geen vrije schop
b. indirecte vrije schop
c. directe vrije schop
d. scheidsrechtersbal

plaats van hervatting
a. op de plaats nabij de zijlijn
b. op de plaats waar de bal was op
c. waar de tegenstander stond
d. op de plaats waar de bal was 

Vraag 9
Bij een hoge voorzet in het doelgebied geeft een verdediger een tegenstander, die in scoringspositie staat, een schouderduw. De bal was op dat moment nog niet binnen speelbereik. Deze verdediger kopt de bal nu over het eigen doel. Wat beslist de scheidsrechter?

disciplinaire straf
a. geen kaart
b. gele kaart
c. rode kaart

spelhervatting
a. hoekschop
b. indirecte vrije schop
c. directe vrije schop
d. strafschop

plaats van hervatting
a. op de strafschopstip
b. op de plaats waar de bal was toen…
c. op de lange lijn van het doelgebied het dichtst bij de plaats van de overtreding
d. op de plaats van de overtreding

Vraag 10
Omdat hij geblesseerd is heeft een speler tijdens het spel toestemming gevraagd en gekregen van de scheidsrechter om het speelveld definitief te verlaten. Lopend naar de zijlijn komt de bal in zijn buurt. Hij trapt de bal naar een medespeler die de bal gelijk in het doel schiet. Wat zal de scheidsrechter nu beslissen?

disciplinaire straf
a. geen kaart
b. gele kaart
c. rode kaart

spelhervatting
a. geen vrije schop
b. scheidsrechtersbal
c. indirecte vrije schop
d. directe vrije schop
e. strafschop

plaats van hervatting
a. op de plaats waar de medespeler de bal ontving
b. op de plaats waar de bal was toen
c. bij de zijlijn
d. op de plaats waar de geblesseerde speler de bal speelde
e. aftrap na doelpunt

 

                                                                               

                                                                                              

Antwoorden:

Vraag  1  =  D
Vraag  2  =  A
Vraag  3  =  D
Vraag  4  =  C
Vraag  5  =  D
Vraag  6  =  C B C
Vraag  7  =  B D C
Vraag  8  =  C C C
Vraag  9  =  C D A
Vraag 10 =  B C D